Boeken en tablet

We vragen de werkplekbieder om de student voor een werkplekperiode een vaste begeleider aan te wijzen, de werkplekbegeleider. Dit kan de opdrachtgever zijn of een aangewezen persoon binnen de organisatie die voor de student als vraagbaak en coach dient. De werkplekbegeleider geeft feedback in begeleidingsgesprekken en kan (schriftelijke) beoordelingen geven daar waar relevant en gevraagd.

Wij vragen de student aan het begin van de werkplekperiode de begeleidingsformulieren van de beroepssituaties met de werkplekbieder door te spreken en daarbij een planning voor invulling en afhandeling te maken.

Wat kan de werkplekbegeleider van de student verwachten:   

  • De student informeert de werkplekbegeleider goed en tijdig over het doel, de inhoud en de organisatie van het leerwerktraject en voorziet de werkplekbegeleider van het toetsplan en de werkplekwijzer.
  • De student stelt zich voortdurend actief op: stelt leeractiviteiten voor, stelt vragen, vraagt ondersteuning of advies, zorgt dat afspraken voor begeleidingsgesprekken worden gemaakt, enz.   
  • De student geeft de begeleiders (zowel op de school/in het bedrijf als op de opleiding) inzicht in de voortgang door middel van de leerwerkovereenkomst, reflecties en andere documenten (zoals bijvoorbeeld het portfolio).
  • De student houdt zich goed aan gemaakte begeleidingsafspraken.   

Per beroepssituatie kan de precieze gang van zaken met betrekking tot het werkplekleren verschillen. Dat is dan ook de reden dat het werkplekbureau u geen document kan overhandigen wat het werkplekleren voor uw student precies inhoudt en wat zijn/haar specifieke doelen zijn. De student zelf is verantwoordelijk om u van de juiste informatie te voorzien.

Beoordelen van de ontwikkeling van de student 

Een student ontwikkelt zich tijdens zijn hele werkplekperiode in de volle breedte, op vijf bekwaamheden. De activiteiten uit beroepssituaties waarmee de student op dat moment in de opleiding bezig is, zijn het uitgangspunt.

De werkplekbegeleider heeft goed zicht op het dagelijks functioneren en de ontwikkeling van bekwaamheden van de student. Omdat de student op zijn werkplek meer doet dan alleen het werken aan zijn werkplekopdrachten, is het voor de student en Aeres Hogeschool Wageningen relevant om te weten hoe de werkplekbegeleider de student beoordeelt op de bekwaamheden. De student zal de werkplekbegeleider daarom vragen het formulier ‘Formatieve beoordeling bekwaamheden werkplek(leren)’ in te vullen. Niet alle bekwaamheden op een werkplek zullen aan bod komen. Als een student bijvoorbeeld in een bedrijf zijn werkplek heeft, dan kan het zijn dat de ontwikkeling van de pedagogische bekwaamheid niet (zichtbaar) aan bod is gekomen en dus ook niet beoordeeld kan worden.