“Melkveehouders hebben vaak geen idee welke insecten er in hun percelen leven. In dit project staan daarom insecten in grasland centraal,” aldus Agnes, die al ruim twintig jaar onderzoek doet naar grasland en beweiding. Haar idee mondde uit in het project ‘Insecten in grasland als indicator van biodiversiteit op melkveebedrijven’. Het idee hierachter is de kennis van het monitoren van insectenpopulaties te verbinden met de kennis over grasland en met management van ruimtelijke informatie. Om dit te bereiken, zette Agnes een projectgroep op met collega’s van de opleidingen Dier- en Veehouderij (Dronten), Toegepaste Biologie (Almere) en Geo Media en Design (Almere).
‘Kijk gewoon wat er leeft’
Voor studenten Toegepaste Biologie is het monitoren van insecten al deel van hun studieprogramma. Zij kunnen goed inzichtelijk maken waar en hoe insecten leven. Van veehouderijstudenten kun je dit allemaal niet verwachten. Zij kunnen wel insecten vangen en tellen. “Wees je bewust wat er leeft boven de grond, op de grond en in de grond. Door gewoon te kijken welke insecten er in een stuk grasland leven, neemt het bewustzijn over de aanwezige biodiversiteit al toe.”
De theorie gaat leven
Afgelopen jaar voerden kleine groepjes hbo-studenten uit Almere en Dronten insectenmetingen uit op percelen van Aeres Farms met een verschillende botanische samenstelling en op verschillende melkveebedrijven. Sommige studenten deden verrassende ontdekkingen. “Een student die in een vrij intensief landbouwgebied woont, dacht snel klaar te zijn met zijn meting omdat het naar zijn idee niet zo goed gesteld was met de biodiversiteit. Dat viel ‘tegen’. Er bleken veel meer insecten te leven dan gedacht en hij moest flink tellen. Dat zijn mooie momenten als studenten zich realiseren wat er in hun percelen leeft en wat dat betekent. Dan gaat de theorie leven!”, aldus van den Pol.
Hoewel het formele project inmiddels is afgerond, moet het feitelijke onderzoek naar insecten in grasland nog beginnen. “We hebben de projecttijd vooral benut om protocollen op te stellen, instructiekaarten te maken en allerhande lesmaterialen te ontwikkelen. We zijn nu zover dat veehouderijdocenten en -studenten in het mbo en hbo ermee aan de slag kunnen. We gaan dus gewoon door.” In het ontwikkelde lesmateriaal zit bijvoorbeeld een instructie voor het vangen van insecten boven de grond en op de grond en wormen in de grond.
Over Agnes van den Pol
Sinds 2015 is Agnes lector Grasland en Beweiding binnen Aeres Hogeschool Dronten, waarbij ze zich bezighoudt met kennisontwikkeling en kennisdoorstroming over grasland en beweiding. Daarnaast is zij vanuit de European Grassland Federation trekker en voorzitter van een internationale werkgroep Beweiding.