Wat motiveert natuurinclusieve burgers?
Natuurinclusieve burgers zetten zich op allerlei manieren in voor de natuur en biodiversiteit. Bijvoorbeeld door geveltuinen aan te leggen, door mee te werken aan het tellen van diersoorten of door fruitbomen in de openbare ruimte te verzorgen. De vraag daarbij is: wat drijft hen, wat zet hen aan tot echte actie en wat hebben ze daarbij nodig? Het project zal enerzijds hun motieven en drijfveren onderzoeken en anderzijds de belemmeringen die zij tegenkomen. Naast de natuurinclusieve burgers zijn er ‘nog-niet-natuurinclusieve burgers’. Dit is een heterogene groep die moeite heeft met gedragsverandering. Deze groep is moeilijk te bereiken.
Kansrijke handvatten
Penvoerder Derk Jan Stobbelaar: “Burgers worden steeds belangrijker in het beheer van de groene leefomgeving. Tegelijkertijd ervaren welwillende burgers ook veel barrières in de vorm van onduidelijk beleid, andere burgers die niet mee willen, financiële stromen enz. Wij willen deze barrières in kaart brengen en aanbevelingen doen hoe deze op te ruimen. Daarnaast willen we door actieonderzoek ook daadwerkelijk verandering op gang brengen.”
Het tweejarige project wil bijdragen aan een natuurinclusieve maatschappij door met case studies kansrijke handvatten te ontwikkelen. Het gaat om handvatten voor actieve burgers om biodiversiteitsdoelstellingen te bereiken. En voor overheden en actieve burgers om 'nog-niet-natuurinclusieve burgers’ te bereiken.
Samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en werkveld
Aeres Hogeschool, Hogeschool Van Hall Larenstein en Hanzehogeschool Groningen werken in de case studies samen in een breed consortium dat bestaat uit Naturalis, Vlinderstichting, Nature Nomads, Gemeente Arnhem, Friese Milieufederatie, Gemeente Purmerend, Gemeente Zwolle, Gemeente IJsselstein, Tintengroep en Stichting Stad en Natuur Almere. Het project wordt gecoördineerd door projectleider Derk jan Stobbelaar van Hogeschool Van Hall Larenstein. Financiering komt onder meer vanuit het programma Praktijkkennis voor Voedsel en Groen door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), in coördinatie met het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA.