Het groene pand van Aeres Hogeschool Almere is te zien.

Een fijne leeromgeving is gebaat bij 'goed groen'

Publicatie datum
Content type
Blog

Scholen doen er goed aan om bij het "breinvriendelijk" inrichten van hun leeromgeving goed na te denken over hoe groen daarbij kan bijdragen. Er is voldoende wetenschappelijke kennis beschikbaar als "startschot", zegt docentonderzoeker Brigitta Methorst. Zij wenst dat schoolbesturen en gebouweigenaren niet alleen kiezen voor meer groen, maar ook nadenken over hoe en waar dat de meeste bijdrage levert. 

Studeren vraagt nogal wat van leerlingen, studenten en docenten: langdurig en intensief aan de slag, opletten, nieuwe informatie verwerken en opdrachten uitvoeren. Een gezonde, stimulerende
leeromgeving helpt daarbij om dat zo lang mogelijk vol te houden en op de juiste momenten goed te presteren.

Bij het lectoraat Groene Vitale Stad van Aeres Hogeschool is veel kennis paraat over wat de ingrediënten voor zo’n gezonde leefomgeving zijn. Docentonderzoeker Brigitta Methorst bundelde die theorie tot lesmateriaal voor haar studenten. Zij hoopt deze kennis op termijn te verspreiden onder schoolbesturen en aannemers die verantwoordelijk zijn voor renovaties en nieuwbouw van schoolgebouwen en leeromgevingen.

Scholen mogen "breinvriendelijker” worden ingericht, zo formuleert Methorst het zelf. Ze doet een greep uit de actuele inzichten daarover. Ontwerp- en architectenbureau D/Dock identificeerde eerder al zes drivers die volgens hen in acht moeten worden genomen bij het ontwikkelen van een learning landscape ofwel een optimale schoolomgeving. Zij zijn: boeiend, inclusief, veerkrachtig, verbonden, gezond en biofiel. Op die laatste driver gaat de docentonderzoeker verder door.

Biofiel ontwerpen wil zoveel zeggen als ontwerpen met en geïnspireerd door de natuur. Onderzoek toont aan dat schoolprestaties (basisschool) met 20 procent stegen wanneer planten in de klas geplaatst werden. Ook hebben kinderen in klaslokalen met planten 7 procent minder gezondheidsklachten.

Bovendien kunnen planten in een klaslokaal eraan bijdragen dat studenten zich socialer gedragen. Dergelijke positieve effecten zijn extra belangrijk in leeromgevingen, aldus Methorst. 'Zo’n omgeving is immers in feite een cognitieve topsportlocatie.’

Wie biofiel wil ontwerpen, kan putten uit veertien patronen of voorwaarden die kunnen worden toegepast in een ontwerp (Browning et al., 2014). In een ideaal scenario wordt de natuur zo via planten en bomen naar binnen gehaald, maar wél op een wijze waarop het groen daadwerkelijk de ervaring van bezoekers positief beïnvloedt. Nu wordt door architecten vaak wel groen in projecten meegenomen, maar ligt de focus meer op de esthetiek. Voor het brein van een gebruiker is groen in de werkruimtes belangrijker dan een groene oase bij de entree van een gebouw, aldus de docentonderzoeker.

Groene Long

Aeres Hogeschool Almere bouwde 3 jaar geleden ook een nieuw schoolgebouw, met een groene gevel en veel planten in de verschillende ruimtes. Het haalde hiermee als eerste Nederlandse school de WELL-certificering op platinum niveau met 98 uit de 100 te halen punten. Voor het behalen van dit certificaat moet een pand voldoen aan verschillende thema’s die de gezondheid in het gebouw bevorderen. Het nieuwe schoolgebouw van Aeres, de “Groene Long”, draagt aantoonbaar bij aan de gezondheid, productiviteit en geluk van studenten en medewerkers, aldus de hogeschool zelf.

Het certificaat scoort op elf thema’s: lucht, water, voeding, licht, beweging, thermisch comfort, geluid, materialen, geestelijke gezondheid, sociale gezondheid en innovatie. DGMR, partner in realisatie van WELL-ambities, heeft vanaf de ontwerpfase deze thema’s continu getoetst aan het ontwerp en de beleidsstukken van Aeres. ‘Waar nodig is het ontwerp, en in sommige gevallen ook het beleid, aangescherpt aan de eisen van WELL’, aldus Laura van de Pol, ontwerper Bouwfysica & Gezondheid, WELL Accredited Professional bij DGMR.

Methorst prijst de inspanningen van het bestuur van de hogeschool. ‘Het is een paradepaardje. Er is zeker aandacht geschonken aan het welzijn van studenten, er is immers groen aanwezig in de klaslokalen.’ Maar ook op deze locatie is niet alle kennis toegepast die er over de relatie tussen groen en gezondheid bekend is, aldus Methorst. ‘Het smaakt dus naar meer. Zo hadden we in het bouwproces meer kunnen doen met de veertien patronen van biofiel ontwerpen.’ 

Met de kennis van nu denkt zij dat er anders geïnvesteerd had kunnen worden, wellicht goedkoper en meer toegespitst op de breinvriendelijke omgeving. Methorst geeft een voorbeeld. In de collegezaal is de achterwand compleet vergroend, met moderne technieken. Op deze  manier kiest Aeres Hogeschool voor een dure toepassing, waarbij het visuele effect (groen zien leidt tot betere concentratie) wordt gemist. ‘Kortom, het is mooi groen als je er langsloopt, maar voor het geld zou je toch een maximaal rendement willen voor je gebruikers.’

Maar Aeres Hogeschool Almere doet het heel goed, benadrukt Methorst. ‘We zien in heel veel andere gebouwen dat groen nog altijd meer als esthetische opvulling gezien wordt. En te weinig functioneel in relatie tot ons brein. Onze opgedane kennis delen we graag met andere scholen.’

Natuurlijke oplossingen

Is er wel voldoende besef over wat natuur en groen kan doen voor breinvriendelijk werken? ‘Als onderzoeker zou je misschien van mij verwachten dat ik eerst meer onderzoek wil naar wat effectief groen kan doen voor een leeromgeving. Maar ik wil juist dat de praktijk met bestaande inzichten aan de slag gaat en al doende verder leert. Ik wil graag samen met de praktijk verder leren hoe je het goed doet.’

Ook Jan Willem van Kasteel, huisvestingsadviseur bij ICSadviseurs, is groot voorstander van meer opvolging van bestaand onderzoek. ICSadviseurs, adviesbureau voor maatschappelijk vastgoed, richt zich op het realiseren van duurzame en prettige leer- en werkomgevingen. Het breinvriendelijk inrichten hiervan sluit naadloos aan op wat zij doen. De adviseurs begeleiden de ontwikkeling van het gebouw inclusief de inrichting van A tot Z, startend met het ophalen van behoeften bij opdrachtgevers en gebruikers. ‘Het vertrekpunt is wat ons betreft: hoe draagt het goed inpassen van groen in en rondom een gebouw bij aan het reduceren van de hoeveelheid installatietechniek die er nodig is? Mensen beïnvloeden graag het binnenklimaat, maar er mag ook wat meer acceptatie komen voor meer natuurlijke oplossingen.’

Naast vergroening in schoolgangen en lokalen, moet het volgens Van Kasteel dus ook gaan om de relatie tussen binnen en buiten. Die scheidingslijn is vaak nog te hard, hoewel ze veel met elkaar van doen hebben. Schoolbesturen doen er verstandig aan om in beide te investeren en kunnen daardoor volgens de huisvestingsadviseur ook juist besparen. ‘Ondanks dat rekenmethodieken voor klimaatinstallaties geen rekening houden met het effect van groene beplanting of bomen rondom gebouwen – wat bijdraagt aan het reduceren van hittestress rondom het gebouw - kan het toepassen daarvan juist bijdragen aan het verminderen van de koelbehoefte in het gebouw waarmee er dus minder techniek en energie nodig is.’

Van Kasteel en Methorst dienden gezamenlijk in 2023 een onderzoeksvoorstel in om een door de docentonderzoeker te ontwikkelen “groenewaardenkaart” in de praktijk te testen. De waardenkaart kan beslissers helpen om vroeg in het proces de diverse waarden die groen kan toevoegen te verwoorden. Vervolgens helpt dit in het vervolg van het bouwproces om op deze waarden te sturen.

Groen budget

Het vergroenen van gebouwen is nog niet zo vanzelfsprekend. Dat ligt niet zozeer aan een tekort aan wetenschappelijk onderzoek, maar komt zoals in veel gevallen neer op financiën. Ook het inpandig vergroenen en het onderhoud dat erbij komt kijken, kost simpelweg geld. Van Kasteel: ‘Het nieuw bouwen of renoveren van een schoolgebouw is al kostbaar waarvoor maar beperkte middelen beschikbaar zijn. Schoolbesturen worden vervolgens met een beperkt budget op pad gestuurd om de gebouwen te onderhouden. Het gaat altijd als eerste naar schoonmakers.’ Methorst en Van Kasteel zijn juist daarom zo geïnteresseerd in het verspreiden van hun waardenkaart. Gemiddeld genomen zijn schoolbesturen enthousiast over een groen binnenklimaat, alleen zijn er zorgen over de betaalbaarheid van het onderhouden daarvan. De waardenkaart helpt dit vroegtijdig te adresseren, zo kan er binnen de projectkaders gezocht worden naar additioneel budget of verschuivingen binnen het budget.

In de standaard budgettering van scholen is groen een facilitaire kostenpost, net zoals de kasten en de pennen. Maar er mag meer gekeken worden naar de veelzijdigheid en voordelen die planten bieden. Zij voegen die natuurlijkheid toe waar wij als mensen behoefte aan hebben.

Het is een no-brainer, vindt ook de ICS-adviseur. ‘Het collectief, de maatschappij, heeft er voordeel van. Een goed gesprek voorafgaand aan bouwprocessen over het inpandig vergroenen, vergroot de kans op een fijne leeromgeving. We krijgen er een beter opgeleide en gelukkiger generatie werkenden voor terug.’

Stimuleringsregeling

Wat is er morgen nodig om aan de slag te gaan met die groenere, breinvriendelijke leeromgeving? Van Kasteel geeft enkele ideeën: ‘Het moet in ieder geval een vast agendapunt worden en worden opgenomen in een technisch programma van eisen, hoe gaan we groen inpandig inrichten?’ Methorst vult aan: ‘En dat start met groene doelen bepalen ten behoeve van breinvriendelijk werken, of wellicht meteen een nog simpeler vraag, voor wie bouwen we deze school?’

‘Het kan zo simpel zijn als studenten en docenten het gesprek hierover aanzwengelen, om samen met besturen te ontdekken waar de ruimte zit. Ook zie je, net als bij zonnepanelen, dat een stimuleringsregeling kan helpen om de financiële drempel te verlagen. Belangrijkste is om vroegtijdig in een project de waarde van groen te bepalen. Als de wil er is, volgt er meestal een oplossingsrichting.’

 Dit artikel is verschenen in jaargang 80 van Vakblad Groen. 

Interview met:

Brigitta Methorst Docentonderzoeker
Brigitta Methorst

Reacties

0 reacties

Houd je aan de richtlijnen en reageer met respect. De reacties worden gescreend door medewerkers van Aeres. We gebruiken je e-mail adres alleen om reactie te geven.