Manon Ruijters academic master leren en innoveren

Professionele identiteit en organisatieontwikkeling

Professionals worden overladen met nieuwe ontwikkelingen. Het is geen eenvoudige opgave om binnen al die invloeden als professional stevig te blijven staan. En hoe weet je wanneer je je werk ‘goed’ doet? Dat is geen eenvoudige vraag, niet voor de professional zelf, niet voor samenwerkende groepen professionals en ook niet voor organisaties waar ze deel van uitmaken.

Net zomin is het voor organisaties eenvoudig om leren en ontwikkelen van professionals goed vorm te geven, wetende dat professionalisering niet zondermeer leidt tot professionaliteit, terwijl dat wel de heersende verwachting is.

Dit lectoraat buigt zich over de ontwikkeling van professionals, van hun professionele identiteit en van professionaliteit ten behoeve van het welzijn van professionals zelf en van de organisatieontwikkeling. Vragen die centraal staan: Hoe verzeker je je van veerkrachtige, wijze en sterke professionals? Hoeveel ruimte moet je geven en waar moet je grenzen stellen? Hoe help je teams om te komen tot gemeenschappelijke beelden voor goed werk? Kortom: Hoe draag je zorg voor ‘goed werk’?

Samen collectief wijzer worden is een uitdagende opgave.

Onderzoekslijnen

  • Vertalen van het gedachtengoed van professionele identiteit naar initiële beroepsopleidingen, vanuit de gedachte dat de ontwikkeling van die identiteit al in een opleiding ingezet kan worden.  
  • Onderzoeken van het thema identiteitswerk met als doel zowel professionals als organisaties erbij te ondersteunen. Het werk van professionals brengt veel identiteitswerk met zich mee, ontstaan door de spanning tussen wie zij willen zijn en wat de organisatie of het beroep van hen vraagt. Die spanning is deels positief en draagt bij aan hun ontwikkeling, maar kan ook te veel zijn en onnodig leiden tot verlies van energie. Zowel de professional zelf als de organisaties hebben een rol te spelen in het optimaliseren van identiteitswerk (en het voorkomen van energieverlies).
  • Verdiepen op collectieve professionaliteit (in het mbo): hoe werken mensen nu samen aan een opgave en hoe bepalen zij samen wat goed werk is in hun opgave?
  • Verder onderzoeken van identificatiepunten in het gedachtegoed van professionele identiteit: beroepsidentiteit, ontwikkelidentiteit en leiderschapsidentiteit.

Onderzoek naar Work-based Research

Onze kenniskring bestaat uit vijf onderzoekers; momenteel één van Aeres Hogeschool Wageningen (Tom van Oeffelt); en vier van buiten (Cees den Hartog, Elly van den Berg Thomassen (CHE), Desiree Bierlaagh (mboRijnland), Daphne Heemskerk (Hogeschool INHolland)). De inhoudelijke overlap in ons onderzoek zit in het feit dat we allemaal werken aan onderzoek op thema’s die relateren aan professionaliteit en professionele identiteit. Daarnaast werken we met elkaar aan het beter vastpakken van wat we ‘work-based-research’ noemen. Dat is een vorm van praktijkgericht onderzoek. Het kan lijken op  Actie-onderzoek en toch is het anders, denken we. Dat is precies waar we aan werken: uitzoeken of we dat anders goed kunnen verwoorden. We voelen bijvoorbeeld dat het dichter op opgaven zit dan op uit onderzoek gestuurde vragen. Het positioneert de onderzoeker ook anders dan vaak in andere manieren van onderzoek. En de taal van organisatieontwikkeling ligt dichterbij dan de taal van de methodologie, zo is onze indruk. Met dit soort vermoedens, vaak gebaseerd op ervaringen, zijn we onderweg naar een beeld van wat  wij work based Research noemen.

Onderzoek naar professionele identiteit

De PI-onderzoeksgroep vormt de vaste kern van het onderzoek naar professionele identiteit. Na het basisboek (Je Binnenste Buiten) en het praktijkboek (Mijn Binnenste Buiten) richt deze onderzoeksgroep zich nu op identiteitwerk, de verschillen tussen de beroepsgroepen en de vertaling naar hoe daar in de organisaties mee om te gaan. We willen daarmee bijdragen aan goed werk (werk dat ethisch, excellent en energiek is).
Onderzoek naar het komen tot gemeenschappelijke beelden van goed werk (ook in het mbo)

Die hamvraag naar ‘wanneer doe ik het nu goed’ is niet alleen een vraag van de afzonderlijke professional. Goed werk is steeds vaker werk van teams,. De vraag ‘wanneer doe ik het goed’ is daarmee een collectieve vraag. Een vraag die ook nog eens contextueel is, die verbonden is aan een opgave, aan een klus die er echt toe doet. Goed werk leveren vraagt gericht combineren van leren en realiseren. Actie en reflectie zijn daarin van belang, maar zonder norm geen reflectie. Dus hoe kom je nu met elkaar tot normen, tot beelden van goed werk (wat we noemen professionele frames). Daar is dit onderzoek op gericht. Daarbij willen we de praktijken waar we onderzoek doen ook meteen een stap verder helpen. In het mbo hebben we als penvoerder van een consortium, een eerste grote studie gedaan. Resultaten daarvan zijn te lezen in: ‘Samen op zoek naar goed werk. Professioneel framen van de teamopgave’ (Van Oeffelt et al., 2021)

Onderzoek naar Professionele Identiteit in de initiële opleiding

Na het verschijnen van Je Binnenste Buiten ontstond er een vraag vanuit het initiële beroepsonderwijs of we ook met professionele identiteit in het onderwijs aan de slag wilde. Uit die vraag is een consortium ontstaan waarmee we een conceptueel kader hebben ontwikkeld, waarin we professionele identiteit verder verdiepen op beroepsidentiteit, ontwikkelidentiteit en leiderschapsidentiteit. Dit heeft geresulteerd in het boek ‘Stevig (leren) staan. Aan de slag met professionele identiteit in beroep en opleiding’. Dit gedachtegoed wordt momenteel in de deelnemende organisaties verder gebracht. Dat levert ook weer nieuwe vragen op waarvoor nieuwe onderzoeksvoorstellen in de maak zijn. Dat gaat bijvoorbeeld over hoe je werkt met professionele identiteit in een beweging naar ‘leeruitkomsten’. 

Kortlopende Projecten waar vragen en onderzoekslijnen bij elkaar komen

  • Subsidie Groene Onderwijsregio
  • Diamant van het Platteland
    Het platteland is in transitie om de balans tussen economie, ecologie en de sociale omgeving opnieuw vorm te geven. De boerderij heeft perspectief nodig voor een bedrijfsstrategie die economisch verantwoord en van waarde is voor de sociale en ecologische omgeving. De focus ligt sterk op de negatieve effecten van het boerenbedrijf, in het project ‘Diamant van ons platteland’ onderzoekt een consortium van verschillende hogescholen de huidige en potentiële positieve effecten.  Aeres Hogeschool Wageningen verdiept de kennis over het boerenbedrijf vanuit beroepsidentiteit.