Varen
Docent-onderzoeker: Marjolein Wallenaar
Lector: Manon Ruijters

Over het onderzoek

Zo gewoon als ‘leren’ is, zo moeilijk blijkt het praten erover. Het woord heeft veel verschillende nuances en betekenissen. We gebruiken het als aanduiding voor wat in een klaslokaal gebeurt, tijdens het werk of op andere momenten van je leven; voor individuele of juist gemeenschappelijke activiteiten; voor wat onbewust gebeurt of doelgericht. Het leren heeft voor iedereen een andere betekenis, en ook leert iedereen op een andere manier. Deze verschillen in het leren zijn het gevolg van iemands ‘leergeschiedenis’ (hoe werd er op school en thuis omgegaan met het leren), en wordt ongetwijfeld ook bepaald door zaken als cultuur, leeftijd en persoonlijkheid. Voorkeuren en gewoonten zijn redelijk stabiel, maar liggen niet vast. Een nieuwe werkomgeving, een nieuwe fase in iemands ontwikkeling, en ook inzicht in het eigen leren kunnen veranderingen in het leren tot stand brengen. Net zomin als er één betekenis is voor het leren, of één manier van leren, is er één manier om het leren te organiseren. Trainingen, leerprojecten, communities en learning on the job, bestaan allemaal naast elkaar en het één is niet beter dan het ander. De beste manier om hét leren te organiseren bestaat niet. Wel kunnen we zoeken naar een match tussen wat er geleerd moet worden, wie het moet/wil leren, waar het geleerd moet worden en hoe we dat dan het beste inrichten. Om keuzes te kunnen maken voor passende leerinterventies is het noodzakelijk voorkeuren in het leren (van individuen en groepen) te kunnen herkennen en typeren.

Om deze reden hebben dr Manon Ruijters en prof. dr. Robert-Jan Simons de grootste verschillen in voorkeuren die er zijn rond het leren, getypeerd in vijf metaforen: kunst afkijken, participeren, kennis verwerven, oefenen, ontdekken. Sinds 2012 loopt het onderzoek door en wordt onderzocht of intuïtief leren en imaginair leren aparte voorkeuren zijn.

Wat kun je hieraan hebben?

Het herkennen en erkennen van imaginair en intuïtief leren is één ding. We zijn nog lang niet zover dat we voldoende diepgang hebben om deze vormen van leren volledig te begrijpen. En in het vormgeven van het leren vóór imaginaire en intuïtieve leerders hebben we pas net een aantal babypasjes gezet. Graag zouden we verder onderzoek doen (en voor alle duidelijkheid bij ons betekent dat dus praktijk en onderzoek combineren) naar beiden vormen van leren, en daarbij onder andere aandacht besteden aan:

  • De doorvertaling naar het organiseren van leren en ontwikkelen voor deze doelgroepen
  • De intuïtieve leerders en imaginaire leerders in het onderwijs

Meer lezen